Elke dag ontvangen we tal van vragen over het voeren van paarden en over ons assortiment.
In deze Frequently Asked Questions (FAQ) zullen we een aantal van de veelgestelde vragen beantwoorden.
Deze vragen zullen steeds aangevuld worden, maar wanneer je je vraag hier niet kunt vinden, neem dan gerust contact met ons op. We zijn je graag van dienst!

Onderwerpen:

Paardenvoer Algemeen / Oudere paarden / Sportpaarden / Gezondheid / Weide / Ruwvoer / Recreatiepaard / Jonge paarden / Paarden met stalrust / Fokkerij

Paardenvoer algemeen

Hoe weet ik of mijn paard te dik is?

Dit kun je het beste controleren door de de BCS te bepalen (Body Condition Score). Hiervoor wordt de vetbedekking van bepaalde lichaamsgebieden (nek, schoft, achter de elleboog, ribben, lendenen en staartaanzet) geschat wat samen resulteert in een score voor de algehele conditie.

Mijn paard is te dik. Waar moet ik op letten om er voor te zorgen dat het op een gezonde manier afvalt?

Het belangrijkste is dat je paarden niet op een crash-dieet kunt zetten of opeens heel veel minder kunt gaan voeren. Anders loopt het paard het risico hyperlipemie (bloedvervetting) te krijgen. Een gezond dieet om af te vallen ziet er als volgt uit:

  • Geef laat gesneden hooi (grofstengelig, weinig bladmassa) of hooi gemengd met stro (maximaal eenderde stro) bij voorkeur in een hooinet of ruif in een hoeveelheid van 1 tot 1,2% van het gewenste ideale lichaamsgewicht (normaal: 1.5 %).
  • Geef geen zetmeel- of vetrijk krachtvoer, kies hooguit voor een graanvrij voer met een verlaagd energiegehalte en geconcentreerde vitaminen- en mineralengehaltes.
  • Bij voorkeur niet of slechts zeer beperkte tijd op de weide laten grazen.
  • Geef ter aanvulling van de ontbrekende vitaminen en mineralen een supplement dat energie- en zetmeelarm is.
  • Geef een supplement met hoogwaardige, essentiële aminozuren om spierafbraak te voorkomen.
  • Geen of beperkt snoepjes, brood en fruit voeren.
  • Regelmatige lichaamsbeweging (dagelijks ongeveer 30 minuten stevige draf) verbetert de insulinegevoeligheid.
  • Als stalstrooisel is houtvezel geschikt (van stro kan het paard nog eten).
  • Ga voor gewichtsverlies van 0,5 tot 1% van het lichaamsgewicht per week. Controleer regelmatig of je nog op de goede weg bent door te wegen of de lichaams-, nek- of borstomtrek te meten (afname van de metingen per week met 1 tot 2 cm).

Mijn paard is te dun. Hoe krijg ik mijn paard “voller”?

Tanden oké? Gecontroleerd op wormen? Ziektes uitgesloten?

Dan kunnen de volgende voedingstips helpen om er voor te zorgen dat je paard dikker wordt:

  • Voldoende hooi van goede kwaliteit, bij voorkeur niet te laat gemaaid (zacht, meer blad, minder stengelig) in een hoeveelheid van ten minste 1,5% van het lichaamsgewicht of meer (voor een paard van 600 kg komt dat neer op 9 kg hooi). Onze ervaring leert dat het nuttig is om de daadwerkelijk gevoerde hoeveelheid hooi te wegen, omdat het moeilijk te schatten is.
  • Bij slechte kwaliteit hooi of tandproblemen, kan het hooi worden aangevuld met geweekte wiesencobs of worden aangevuld met luzerne.
  • Geef voer met hoge gehaltes vet, eiwit en zetmeel, maar wel licht verteerbaar.
  • Voeg met regelmaat mash aan het rantsoen toe, dit ter ondersteuning van de spijsvertering.
  • Voeg olie toe aan de wiesencobs, door de mash of het krachtvoer.

Een totale dagelijkse hoeveelheid vet tot 1 g per kg lichaamsgewicht is geen probleem. Bij een paard van 600 kg is het dus theoretisch mogelijk om tot 600 g vet per dag te voeren. Het is belangrijk om de hoeveelheid vet langzaam op te voeren.

Waar moet ik op letten bij het samenstellen van het dagelijkse ​​voederrantsoen?

  • Hooi: 1,5% van het lichaamsgewicht (d.w.z. Paard van 600 kg -> 9 kg hooi)
  • Water: schoon, 5-7 liter per 100kg (Paard van 600 kg -> 30-40L)
  • Vitaminen, mineralen en sporenelementen: De belangrijkste zijn: selenium, koper, zink, jodium, magnesium, calcium, vitamine E en D. Deze ontbreken of zijn niet voldoende aanwezig in hooi/gras.
  • Zoutliksteen (zonder vitaminen- en mineralentoevoegingen) mag je onbeperkt aanbieden
  • Voer puur graan, muesli of graanvrije aanvullende voeding voor verdere energie- en eiwitinname
  • Twee keer per week slobber (mash) ter afwisseling van het dagelijks rantsoen

Oude paarden/ senioren

Wat kan ik een paard met tandproblemen het beste voeren?

Door een verslechterd gebit neemt het paard vaak te weinig ruwvoer op. Voldoende ruwvoer van goede kwaliteit is daarom van belang. Indien noodzakelijk kan het ruwvoer rantsoen worden opgewaardeerd met geweekte wiesencobs.
Door verminderde stofwisseling hebben oudere paarden 20 tot 25 % meer energie en eiwit nodig dan jongere paarden.
Het rantsoen kan worden aangevuld met kleine porties mash – wat tegelijkertijd ook de spijsvertering ondersteunt.
Paarden met gebitsproblemen geen onbehandelde granen geven, maar goed verteerbare (hydrothermisch ontsloten) granen, die indien nodig geweekt kunnen worden gevoerd. Laat pellets altijd weken!
Het rantsoen kan energierijker worden gemaakt door er Lijn/distelolie aan toe te voegen.

Wat kun je voeren aan oudere paarden en waarom?

We raden voer aan met verhoogde gehaltes van alle essentiële voedingsstoffen. Het moet licht verteerbaar zijn (geplette haver, ontsloten granen, etc.) en het smakelijke ingrediënten bevatten zoals o.a. biergist, gedroogde appels en wortelvlokken.

Waar moet ik op letten bij het voeren van mijn Senior?

Aangezien de stofwisseling op hoge leeftijd minder goed functioneert, is het belangrijk om gewichtsverlies te voorkomen. Ten opzicht van een 10-jarig paard neemt de energiebehoefte met ongeveer 20% toe. De eiwitbehoefte is ook 10 tot 20% hoger. Hoogwaardige, gemakkelijk verteerbare eiwitten zijn hierbij belangrijk. De behoefte aan zink, selenium en de vitamines A en E verdubbelt en er is ook een toegenomen vraag naar vitamine C en de B-vitamines. Het voer moet smaakvol en zeer voedzaam zijn.

Belangrijk is de controle van de tanden! Scherpe randen en haken op de tanden leiden tot pijn bij het kauwen en een beperkte hooi-inname (“proppen”) Als gevolg hiervan verliest het paard tijdens de wintermaanden gewicht.

Wanneer is een paard oud?

Paarden ouder dan 20 jaar worden over het algemeen als oud beschouwd. Bij pony’s begint het ouder worden meestal later. Het is beter om de term ‘oud’ alleen te gebruiken wanneer de leeftijdsgebonden symptomen verschijnen: vermageren, gebitsproblemen, spierverlies, etc.

⇒ Sportpaarden

Hoe kan ik mijn sportpaard buiten het seizoen het beste voeren, wanneer er geen piekprestaties vereist zijn?

Met een voer dat de onderhoudsbehoefte en lagere energievereiste adequaat dekt, en ook veel vitaminen en mineralen bevat. Daarnaast kan er een aminozuursupplement gegeven worden, zodat de spieren in stand blijven. Met een product dat de lever ondersteunt, of een warme portie mash kun je je paard wat extra’s geven.

Mijn paard is op wedstrijden al gauw nerveus, wat kan ik daar preventief voor voeren?

Controleer of je paard voldoende vitaminen, mineralen en sporenelementen binnen krijgt. Een gebrek aan magnesium kan bijvoorbeeld nervositeit veroorzaken.
Producten die magnesium toevoegen kunnen helpen om meer gericht en ontspannen te zijn tijdens de training.

Mijn sportpaard moet graanvrij worden gevoerd. Hebben jullie hier aanbevelingen voor?

Dat is geen probleem. Voor de meeste disciplines kun je graan gemakkelijk vervangen door vezelrijk voedsel. De olie hierin kan de benodigde energie leveren en de vezels zijn goed voor maag en darmen.

Waar moet je op letten in een rantsoen voor sportpaarden?

  • Dat de maximaal mogelijke hoeveelheid hooi wordt gevoerd. Hierdoor blijven de paarden geestelijk en lichamelijk (maag-darm, elektrolytenbalans, spiermetabolisme …) fit en gezond.
  • Zorg ook voor voldoende water!
  • Dat de hoeveelheid krachtvoer (granen) per maaltijd niet te hoog is. Het beste is om vaker, kleinere porties te voeren.
  • In de meeste disciplines kun je een deel van het graan vervangen door vezelrijk voer. Dit beschermt de maag, voorkomt overmatig maagzuur, zorgt voor meer uithoudingsvermogen en sneller herstel.
  • Na de activiteit hooi en water geven. Het water is essentieel voor de regeneratie van glycogeenvoorraden.

Wat voor zaken (energie, eiwitten, mineralen, vitamines, etc.) hebben paarden extra nodig wanneer het sportpaarden zijn?

Sportpaarden hebben meer energie nodig, meer hoogwaardige eiwitten (essentiële aminozuren), meer van de elektrolyten natrium, chloor, kalium (omdat dat verloren gaan met het zweet), meer vitamines A en E en meer van de sporenelementen ijzer, zink, mangaan en selenium.
Bovendien hebben sportpaarden meer water nodig!

⇒ Gezondheid

Mijn paard heeft tandbederf. Komt dat door de melasse? Welke voedingsmiddelen zijn melasse vrij?

Ook paardentanden kunnen cariës krijgen. Tandbederf treedt zowel op aan het kauwvlak als de snijkant. In de gaten kan zich voedsel vastzetten en rotten. Het kan ook leiden tot tandbederf op de tandwortels. Wat leidt tot dit probleem, is niet helemaal duidelijk. Het zijn niet alleen suikers, melasse en fruit die verantwoordelijk zijn.
Preventief kunnen melasse-vrije voeders worden gevoerd.
Bij paarden met tandbederf adviseren we niet alleen melasse-, maar ook graanvrije voeders. Vermijd ook fruit en brood.

Mijn paard heeft EOTRH. Kan dat komen door het eten?

In de afgelopen jaren nemen gevallen van EOTRH (Equine Odontoclastic Tooth Resorption and Hypercementosis) toe. Vooral oudere paarden worden getroffen en meestal de snijtanden. De eerste symptomen zijn de vorming van tandsteen op de snijtanden, moeite met het bijten van wortels, het drinken van koud water wordt als onaangenaam ervaren en tandvleesontsteking en -terugtrekking.

De ziekte veroorzaakt ontsteking van het parodontium en het tandvlees. Het glazuur begint op te lossen en het lichaam probeert dit tegen te gaan door de vorming van een abnormale hoeveelheid tandsteen aan de tandwortels. Dit creëert de typische stevige bulten (hypercementoses) rond de tandwortel, soms zichtbaar onder het tandvlees. Ook trekt het tandvlees zich terug. Deze processen leiden uiteindelijk tot het loslaten van tanden. Vaak is de enige mogelijkheid om de snijtanden te trekken. Hoe eerder je de diagnose stelt, hoe beter dit te voorkomen is.

Wat precies EOTRH triggert is nog niet duidelijk. Er wordt aangenomen dat de mechanische belasting stijgt op de snijtanden wanneer paarden op leeftijd zijn en dat micro-organismen zoals Treponema verantwoordelijk zijn voor het handhaven van de ontstekingsreactie. Ziekten zoals Cushing, calciumgebrek, (langdurig) tekort van mineralen of genetische invloeden worden ook gezien als oorzaken.

Wat moet mijn paard eten wanneer de leverwaarden slecht zijn?

In geval van slechte leverwaarden, dient altijd gebruik te worden gemaakt van levervriendelijke voeding. Dit betekent dat alles moet worden vermeden dat de lever belast. De volgende voeding zou geschikt zijn:

  • Energievoorziening naar behoefte: dat betekent niet te veel, maar ook niet te weinig energietoevoer. De energie moet afkomstig zijn van hooi van zeer goede kwaliteit.
  • Vermijd kuilgras
  • Vermijd te veel koolhydraten. Wanneer er extra energie nodig is, dan is geplette maïs een levervriendelijke energiebron.
  • Verminder de eiwitopname tot ongeveer 70 tot 80% van de normale behoefte, maar het is van essentieel belang om licht verteerbare eiwitten te geven. Pure aminozuren zijn het beste. Ze worden onmiddellijk opgenomen in de dunne darm en kunnen direct als bouwstof in het lichaam worden gebruikt zonder omzetting in de lever (en zonder ureumbelasting)
  • Verhoogde voeding van vitamine A, E, B-vitamines en vitamine C
  • Frequente kleine maaltijden zijn beter voor de stofwisseling dan twee hoofdmaaltijden
  • Help de lever met kruiden zoals mariadistelzaden (die silymarine bevatten) en paardenbloemwortels
  • En natuurlijk: voer van hoge kwaliteit! Geen beschimmeld hooi en stro, geen beschimmeld brood of slechte wortels.

Mijn paard is vatbaar voor hoefbevangenheid, hoe kan ik dit voorkomen?

Op basis van wetenschappelijke bevindingen zijn onze aanbevelingen;

  • Indien nodig gewichtsvermindering. Hiervoor moet de conditie worden gecontroleerd met behulp van de criteria van de Body Condition Score (BCS)
  • Omdat weidegras niet alleen fructanen (lange-keten opslag suiker) bevat, maar ook tal van gemakkelijk beschikbare suikers, is beweiding vooral op zonnige dagen met koude nachten of droogte, kritiek voor paarden die dreigen hoefbevangenheid te ontwikkelen. Als je dit wilt voorkomen, moet beweiding volledig worden vermeden. Indien dit niet mogelijk of wenselijk is, moet je de weideperiode in ieder geval sterk beperken en/of eventueel het paard met mate voeren. Geef in dat geval aanvullend hooi vóór de weidegang.
  • Spoel het hooi voor het voeren om de suiker uit te spoelen
  • Voer geen granen, suiker en melasse en voer geen fruit. Let ook op met fruitbomen in de weide!
  • In plaats daarvan kan op vezels gebaseerd, laag in zetmeel en suikerarm krachtvoer worden gevoerd.
  • De toediening van mineralen en vitaminen, zoals zink en vitamine E, moet in evenwicht zijn.
  • Verstrek ontstekingsremmende omega-3-vetzuren, zoals bijvoorbeeld lijnolie
  • Voeg kruiden die de bloedcirculatie bevorderen aan het voer toe

Mijn paard heeft acute hoefbevangenheid, wat kan ik het beste voeren?

Paarden of pony’s mogen niet verhongeren bij acute hoefbevangenheid! Je kunt het volgende voeren:

  • Gewassen hooi (om de suikers er uit te halen) in een hoeveelheid afhankelijk van de lichaamsconditie. Bij paarden / pony’s die te dik zijn, 1,2 kg hooi per 100 kg lichaamsgewicht, bij paarden met een normaal gewicht 1,5 kg hooi per 100 kg lichaamsgewicht.
  • Vitamine E vanwege de anti-oxidanten
  • Omega-3-vetzuren, zoals lijnolie of visolie, om de ontstekingsreactie te verlichten en, omdat ze voor een deel ook een positief effect op insuline-regulering hebben
  • Zink, omdat het een positief effect heeft op de ontstekingsreactie
  • Bloedsomloop bevorderende kruiden, omdat hoefbevangenheid een bloedsomloopaandoening van de hoefhuid is

Klopt het dat hoefbevangenheid niet door eiwitten komt?

Ja, dat klopt. Volgens de huidige wetenschappelijke kennis wordt hoefbevangenheid niet veroorzaakt door eiwitten, maar door gemakkelijk beschikbare suikers en fructanen (lang ketenige suikers) uit het gras. Een cruciale rol speelt het hormoon insuline, dat de bloedsuikerspiegel regelt.

Mijn paard is af en toe kreupel, vooral in de kou. Wat kan ik het beste voeren?

Veel oudere paarden met tekenen van slijtage en artrose in de gewrichten, maar ook jongere paarden met recente verwondingen of ontsteking van de gewrichten vertonen kreupelheid of een stijve gang, die verbeteren bij langdurige beweging. Met voeding kun je de slijtage niet ongedaan maken, maar er zijn nog steeds manieren om deze paarden te ondersteunen:

  • Obesitas belast onnodig de gewrichten. Daarom is het essentieel om de voeding aan te passen om overgewicht te voorkomen. Dit beschermt niet alleen de gewrichten, maar ook de stofwisseling.
  • Er kunnen ontstekingsremmende voedingsstoffen zoals omega-3-vetzuren (zoals lijnzaadolie of Groenlipmossel uit Nieuw-Zeeland), organische zwavelverbindingen (MSM) en duivelsklauw gevoerd worden.
  • Antioxidanten zoals vitamine C, vitamine E en fytonutriënten
  • Glucosamine, chondroïtinesulfaat en aminozuren leveren voedingsstoffen en bouwmaterialen voor het gewrichtskraakbeen
  • De beweging moet regelmatig en normaal zijn zonder lange periodes in de box
  • Ook een goede boxvulling als het koud is levert zijn bijdrage aan het welzijn

Met bovengenoemde voedingsstoffen kun je al vóór het optreden van problemen zorgen voor een lange levensduur van pezen en gewrichten. Als preventieve maatregel moet men ook letten op een goede toevoer van aminozuren en collageen voor een stabiel bewegingsapparaat bij het fokken van paarden.

Mijn paard heeft slechte leverwaarden. Kan dat komen door het eten?

Vaak worden verhoogde leverenzymen (bijv. GLDH, GGT, AST) “toevallig” ontdekt door een routine bloedonderzoek. Vaak zijn de paarden actief, gezond en hebben ze geen ziektebeeld. Naast echte leveraandoeningen zijn de mogelijke oorzaken veelvuldig.

De lever-enzymactiviteit van gezonde paarden – tenminste van AST, GGT en GLDH – is onderhevig aan seizoensfluctuaties. Dat wil zeggen, bij deze leverparameters zijn de enzymen sterk verhoogd in de late zomer en/of vroege herfst.

Verhoogde lever-enzymspiegels zijn een aanwijzing voor verhoogde lever/enzymactiviteit. Dit betekent niet noodzakelijk dat er een ziekte is, maar dat er eenvoudigweg meer metabolisch werk nodig was na bijvoorbeeld intensieve training of koliek.

Natuurlijk zijn er ook mogelijke oorzaken die verband houden met voeding:

  • Metabolisme-gerelateerde lever-enzymenactiviteit, wanneer er bijvoorbeeld verhoogd eiwit moet worden gebruikt om energie te genereren omdat er te weinig feitelijke energie aanwezig is of chronisch te veel eiwitten of koolhydraten in het dieet zitten.
  • Als leverafwijking of hyperlipidemie heeft plaatsgevonden, zoals vaker het geval is bij ezels of pony’s. Dit gebeurt bij gebrek aan voedsel of wanneer er bijvoorbeeld geen voedsel opgenomen wordt door ziekte en er daardoor kortstondig meer lichaamsvet gemobiliseerd wordt, dat zich ophoopt in de lever.
  • Door het eten van giftige planten waarvan de toxines de lever beschadigen. Bekende gifplanten met leverbeschadigend effect zijn: alle planten met pyrrolizidinalkaloiden, zoals Jakobskruiskruid of andere kruiden zoals waterkruis, smalbladig Jakobskruiskruid en echte gamander of muurgamander. Natuurlijk is het toxische effect altijd sterk dosisafhankelijk.
  • Beschimmeld voedsel en de inname van mycotoxinen bijvoorbeeld uit hooi, stro, haver of andere granen.

Mijn paard is altijd stijf bij inspanning. Kan dat door een voedingsprobleem komen? Wat kan ik hieraan doen?

In de eerste plaats moet worden onderzocht of er een oorzaak is bijvoorbeeld spierziekten, zoals spierbevangenheid (tying-up, maandagziekte) of PSSM, maar ook maagzweren, gastro-intestinale problemen of winderigheid.

Als dit wordt uitgesloten, kan het te wijten zijn aan een tekort aan vitamine E en selenium of een tekort aan elektrolyten (magnesium, calcium, kalium, natrium, chloride).

Bij het eten moet er op worden gelet dat:

  • Het paard een gemiddelde hoeveelheid hooi van 1,5% van de lichaamsmassa krijgt
  • Graanhoudend voer vermeden wordt en daarvan in plaats vezel-gebaseerd krachtvoer voeren.
  • Indien graan wordt gevoerd, alleen in licht verteerbare, hydrothermisch ontsloten vorm, mais- en gerstvlokken voeren.
  • Het paard voorzien wordt van vitamine E (voor een paard met 600 kg tot 2000 mg vitamine E per dag) en selenium (1,8 mg per dag voor een paard van 600 kg).
  • Er elektrolyten (zoals natrium, kalium, calcium, magnesium en chloride) aangeboden worden en er voldoende water voor verbeterde spieractiviteit is.
  • Er aanvoer van goed opneembare aminozuren (proteïnen) als “bouwstenen” voor de spiercellen plaatsvindt.

Mijn paard heeft PSSM. Wat kan ik het beste voeren?

PSSM (Polysaccharide Storage Disease) is een genetische spierziekte die voornamelijk voorkomt bij Quarter Horses, American Paints, Appaloosa, maar ook bij warmbloedige dieren en sommige koudbloedige rassen. Het spierstelsel van paarden met PSSM bouwt abnormale hoeveelheden lange-keten suiker (polysachariden) op. Bovendien wordt hun metabolisme vaak verstoord in de spiercellen. De paarden worden stijf, weigeren te presteren of worden kreupel.

Voor het voederen van paarden met PSSM raden we aan:

  • Veel hooi (meer dan de gebruikelijke 1,5% van het lichaamsgewicht)
  • Vermijd om granen of ander suiker- en zetmeelrijk krachtvoer (geen brood, geen appels, etc)
  • Voer in plaats daarvan krachtvoer dat op vezels en vetten (oliën) gebaseerd is.
  • Voldoende vitamine E (tot 400 tot 600 mg per 100 kg lichaamsgewicht), bij een paard van 600 kg tot 3.000 mg vitamine E per dag)
  • Extra toevoer van selenium (1,8 mg per dag voor een paard van 600 kg LG)
  • Elektrolyten en water voor verbeterde spieractiviteit
  • Aminozuren om de spiercellen gericht van “bouwmaterialen” te voorzien

Mijn paard heeft COPD. Hoe kan ik stofarm voeren?

Stro, hooi van het veld en ook haver hebben vaak een hoge stofbelasting. Afhankelijk van het oogstjaar of de neerslag varieert de mate van schimmelsporen. Bij haver is reiniging van stof mogelijk, bij ruwvoer en stro vaak niet. Behandelde ruwvoeders en krachtvoer bevatten weinig schimmelsporen en bevatte vaak olie of melasse voor het binden van stof. Hierdoor heeft dit de laagste stofbelasting.

Het is belangrijk om zo stofvrij mogelijk te voeren en te strooien in de stal:

  • Indien mogelijk, het hooi vochtig maken voor het voederen of, wanneer dat niet mogelijk is, het in ieder geval niet in de stal of naast het paard schudden. Verder kan er kuilvoer worden gevoerd.
  • Als alternatief zijn geweekte grascobs of ruwvoedervervangers met olie geschikt
  • Gebruik stofvrij strooisel zoals ontstofte houtkrullen, stro, vlasvezel
  • Zorg voor haver met weinig stof, van gereinigde kwaliteit
  • Geef voer dat de ademhaling en immuunafweer ondersteunt.
  • Zorg voor veel frisse lucht en indien mogelijk een buitenbox of paddock
  • Maak de stalgang vóór het vegen nat met water

Mijn paard hoest. Wat kan ik voeren?

Preventief kunnen de paarden worden ondersteund door een handvol kruidenvoer te geven. Giet er warm water op zodat de paarden de etherische dampen inhaleren terwijl ze aan het eten zijn.

Wanneer het paard hoest, kunnen hoge concentraties van stof, schimmels, stoffig ruwvoer, strooisel of haver, maar ook verkoudheid en infecties de oorzaak zijn. Het is altijd raadzaam om een dierenarts te raadplegen, onder andere omdat langdurige problemen chronisch kunnen worden.

We raden voor paarden met een hoest of gevoelige luchtwegen het volgende aan:

  • Stofvrij, indien mogelijk gewassen hooi of geweekte Wiesen-Cobs of kuilvoer
  • Bij voorkeur stalstrooisel met weinig stof, zoals stro van goede kwaliteit of houtkrullen.
  • Wanneer haver wordt gevoerd, voer dan stofvrije, van gereinigde kwaliteit
  • Antioxidanten zoals vitamine C, E en selenium, evenals voldoende voeding van zink en vitamine D
  • Ontstekingsremmende stoffen zoals MSM
  • Kruiden om de ademhalingsfunctie te ondersteunen
  • Zorg voor veel frisse lucht en indien mogelijk in een buitenbox of paddock

⇒ Weide

Juiste begrazing?

De darmbacteriën passen zich niet meteen aan aan nieuwe voeding, dus het is raadzaam om de paarden langzaam te laten wennen aan het grazen. Dit is vooral belangrijk voor koliekgevoelige paarden of paarden met neiging tot hoefbevangenheid. Dit betekent 1 tot 2 weken voor het weideseizoen met 5 minuten grazen starten en de duur dagelijks ophogen.

Moet ik iets extra’s voeren wanneer mijn paard de hele dag graast?

Als er voldoende gras beschikbaar is, is een mineraalvoer voldoende. Een supplement met vitamines of aminozuren is niet nodig.

Wanneer er beperkt gras is (loopweide), moeten hooi en een mineraalvoer, dat ook vitamines bevat, worden gevoerd. Zorg er ook voor dat je genoeg aminozuren voert.

Ons weiland is volledig versleten, we gebruiken het enkel om de paarden beweging te geven. Waarop moet ik letten bij het voeren?

Wanneer er weinig gras is of veel dieren per hectare zijn, dient er hooi bijgevoerd te worden en een mineraalvoer dat ook vitamines bevat. Let ook op voldoende aminozuuraanvulling. Voor verdere energiebehoefte, raden we een aanvullend krachtvoer aan met of zonder granen.

⇒ Ruwvoer

Hoeveel hooi heeft een paard echt nodig?

Als vuistregel is dat 1,5% van het lichaamsgewicht = 1,5 kg per 100 kg lichaamsgewicht.
Een paard van 600 kg heeft daarom 1,5 kg x 6 = 9 kg hooi nodig.
De beste manier is, om de hoeveelheid hooi te verdelen over 2, beter nog 3, maaltijden per dag. Via een hooinet of ruif wordt de voedertijd verlengd.

Wat is het verschil tussen de verschillende hooioogsten?

Afhankelijk van de regio, het klimaat en de regenval worden maximaal 6 snedes per jaar gemaakt voor koeien. Paardenhooi maakt men vaak alleen van een eerste en tweede snede.

De eerste oogst (maaien in mei/begin juni) is de oogst met de meeste opbrengst. Het aandeel stengels is relatief hoog, de bladmassa minder. Omdat eiwitten en mineralen vooral in het jonge plantmateriaal en in de bladeren zitten, is dit hierin minder aanwezig.

De tweede oogst (juni/juli) bevat meer kruiden. De bladmassa is hoger en het stengelaandeel veel minder en fijner. Daarom is deze meer eiwitrijk met hogere gehaltes aan mineralen. De tweede oogst is vooral geschikt voor veulens, drachtige of zogende fokmerries en oudere paarden.

Waarom wordt paardenhooi op een ander tijdstip geoogst dan hooi voor koeien?

Zodat het minder energie en eiwitten bevat, maar meer ruwe vezels en langer moet worden gekauwd.

Recreatiepaard

Ik voer mijn paard brokken en haver, hoe kan ik de voeding completeren?

Brokken vullen, maar ze zijn vaak niet erg geconcentreerd in mineralen, sporenelementen en vitamines. Als er geen haver, maar andere granen worden gevoerd naast de pellets, ontbreekt er ook hoogwaardig eiwit in het rantsoen.

Dit kan worden aangevuld met een geconcentreerde, hoogwaardige muesli of brok, waarvan men niet veel hoeft te voeren om het rantsoen te compenseren, of een mineraalvoer plus toevoeging van aminozuren.

Mijn paard staat in de loopstal. Welk voer is geschikt voor een voerautomaat?

Voer met vezels en melasse loopt vaak vast in de automaten en verstopt deze. Het handigste is om brokken of muesli zonder vezels en melasse te gebruiken.

Mijn paard werkt weinig, is te dik en neigt naar hoefbevangenheid. Wat kan ik voeren?

In ieder geval moet het voer graanvrij en suikerarm zijn.
Het beste is weinig of geen weidegras resp. een graasmasker gebruiken, het hooi afwegen, geen graanvoeding voeren, alleen een kleine hoeveelheid graanvrij voer. Of gewoon een mineraalvoer naast het hooi.

Hoe kan ik mijn recreatiepaard met weinig krachtvoer toch naar behoefte voeden?

Het is belangrijk dat de paarden voldoende worden voorzien van mineralen, sporenelementen en vitamines. Hiervoor is een geconcentreerde, verrijkte muesli (met of zonder graan) geschikt of, bij enkel hooirantsoen, een mineraalvoer van hoge kwaliteit.

⇒ Jonge paarden

Kan ik veulenvoer ook voeren in de 36e levensmaand?

We adviseren om veulenvoer te blijven voeren tot ongeveer 2 maanden na het spenen. Dan moet je overschakelen naar veulenvoer + haver zodat de dagelijkse hoeveelheid granen beperkt wordt.

Paard met stalrust

Welke producten zijn het beste om de stofwisseling van mijn paard zo weinig mogelijk te belasten?

Ten eerste is hooi belangrijk in grote hoeveelheden. Daarnaast producten die met weinig krachtvoer de behoefte al dekken of alleen mineraalvoer.

In de onderhoudsbehoefte (zonder werk) is voor een 600 kg zwaar paard ongeveer 63 MJ vereist. Normaal levert het hooi al 54MJ van die dagelijkse behoefte.

De rest kun je ofwel bijvoeden met extra hooi: dus in totaal 10 tot 11 kg hooi + mineraal voer van hoge kwaliteit.

Of als alternatief zou je 9 kg hooi in combinatie met geconcentreerd krachtvoer en eventueel aangevuld met mineralenvoer kunnen geven.

In alle gevallen worden aminozuursupplementen aanbevolen om de spiermassa te behouden.

Mash helpt darmproblemen te voorkomen die ontstaan door gebrek aan lichaamsbeweging.

⇒ Fokkerij

Waardoor wordt een goede startvoeding gekenmerkt? Waar moet ik op letten?

Het startvoer moet zeer geconcentreerd en smakelijk zijn, omdat de veulens in het begin maar weinig voer opnemen. Belangrijk is de toevoer van essentiële aminozuren via het voer vanwege de positieve invloed op de botopbouw. Mineralen, vitamines en sporenelementen moeten aanwezig zijn in een uitgebalanceerde concentratie voor een gezonde ontwikkeling van botten, gewrichten en spieren.

Hoe kan ik me het beste voorbereiden op de geboorte van het veulen op het gebied van eerste hulp? Als de merrie het veulen niet accepteert of zelfs sterft bij de geboorte?

Hiervoor is het handig om een veulen-noodpakket en/of veulenmelkpoeder (emmer van 3 kg is opgenomen in het veulen-noodpakket) op voorraad te hebben.
Het veulen noodpakket bevat de eerste behoefte gedurende de eerste 5 tot 6 dagen (naast de verzorging van de dierenarts).

Mijn merrie is drachtig, waar moet ik op letten bij het voeren?

Na een succesvolle bevruchting heeft het geen extra voedingsstoffen nodig tot het einde van de 7e maand van de zwangerschap. Op de arbeid afgestemde voeding is voldoende.

Vanaf de 8ste drachtigheidsmaand ontwikkelt het veulen zich in de baarmoeder sterk en vanaf de 10e maand zeer sterk. Het veulen en de merrie hebben nu veel energie, essentiële aminozuren, voldoende selenium, jodium, koper, vitamine A en E nodig. Het rantsoen en het voer van de merrie moet nu worden aangepast.

Mijn merrie wordt niet zwanger, hoe kan ik haar ondersteunen met voedsel?

Beperk de hoeveelheid krachtvoer 5 tot 6 weken voor het dekken en verhoog deze 2 tot 3 weken voor het dekken weer. Het is belangrijk om de krachtvoerhoeveelheid daarna ongewijzigd te laten tot 8 weken na de bevruchting.
Indien mogelijk moet de dekking plaatsvinden in het weideseizoen, omdat het grazen de hengstigheid bevorderd.

Ik wil mijn merrie laten dekken. Waar moet ik op letten bij het voeren?

  • De merrie moet in een goede tot zeer goede voedingsconditie zijn (de hormonale toestand wordt sterk beïnvloed door lichaamsvet). Een BCS van 6 tot 6.5 zou ideaal zijn. Als de merrie daaronder zit, moet ze 6 tot 8 weken vóór de dekking extra krachtvoer krijgen.
  • Hoogwaardige eiwitten, resp. essentiële aminozuren, zijn nuttig rond de dekkingsperiode.
  • Beta-caroteen toediening vóór het dekken bevordert het optreden van de hengstigheid.
  • De merrie moet voldoende van jodium, selenium, vitamine A en E voorzien zijn.

Hou er ook rekening mee dat in grofstengelig laat gemaaid hooi de genoemde voedingsstoffen vaak schaars zijn. Vooral als de dekking plaatsvindt in de wintermaanden, moet het hooi worden aangevuld met deze voedingsstoffen.